Wil je alles uit je tuin halen? Maak dan een lichtplan op. Met de juiste verlichting bepaal je de sfeer, accentueer je de mooiste hoekjes en geniet je optimaal van je tuin. Maak je lichtplan in 4 simpele stappen.
Stap 1: maak een schets van je tuin
Breng je tuin in kaart. Meet hem op en maak een duidelijke schets op schaal. Die vormt de basis van je lichtplan. Hierop mogen uiteraard de belangrijkste plekjes en elementen van je tuin niet ontbreken. Denk aan je terras, grasveld, wandelpad, (zwem)vijver, bomen, bloemenperk en de bestaande stroompunten. Probeer alles zo gedetailleerd mogelijk te tekenen.
Stap 2: duid op je lichtplan aan wat je wilt verlichten
Foto: Jonny Kennaugh – Unsplash.com
Een lichtplan bestaat uit drie soorten verlichting die zorgen voor sfeer, functionaliteit, veiligheid en diepte. We onderscheiden volgende types verlichting: functionele verlichting, accentverlichting en achtergrondverlichting.
Functionele verlichting
Functionele verlichting is de basisverlichting. Ze belicht de plekken waar je veel komt zoals je oprit, wandelpad of terras.
Kies bij voorkeur voor basisverlichting van 500 tot 700 lumen en met een neutraal wit licht van 4000K. De functionele verlichting duid je met een blauwe kleur aan op je lichtplan.
Accentverlichting
Accentverlichting is essentieel bij het creëren van sfeer in je tuin. Belicht de blikvangers of de gezelligste hoekjes in je tuin met wand– en prikspots. Ga niet te enthousiast te werk, want accentverlichting komt het best tot z’n recht als je ze genoeg verspreidt doorheen je tuin.
Werk met een accentverlichting van 300 tot 500 lumen en een warmere kleurtemperatuur van 2700 tot 3000K. Duid de accentverlichting met een oranje kleur aan op je lichtplan.
Achtergrondverlichting
Laat tot slot je tuin groter lijken door middel van achtergrondverlichting van 200 tot 300 lumen. Die plaats je in de hoeken van je tuin, op de schutting of gevel. Plaats groene (halve) cirkels voor de achtergrondverlichting op je lichtplan.
Stap 3: bepaal de lichtrichting en intensiteit
Nu je alle punten op je plan hebt aangeduid, is het tijd om de lichtrichting en intensiteit per element te kiezen. Die bepaal je op basis van de grootte van het object en de plaats die je wilt verlichten. Op een oprit of terras moet je verlichting slechts 1 tot 2 meter ver reiken. Wil je met trots je oude wilg in de kijker zetten, dan heb je verlichting met een hoge intensiteit en een bereik van meer dan 3 meter nodig.
Stap 4: kies je juiste armaturen
Ga tot slot aan de slag met je lichtplan en koop de juiste armaturen. Verlies hierbij de functionaliteit niet uit het oog. Installeer bijvoorbeeld wandspots met bewegingssensoren op je oprit en kies voor een laagspanning van 12 volt als je kinderen of huisdieren hebt.
Hoe tuinverlichting aansluiten?
Tuinverlichting kan je aansluiten op netspanning (230 V) of via een transformator op lage veiligheidsspanning (12 V). De installatie ervan is niet voor iedereen weggelegd. Als je geen ervaring of kennis hebt laat je het best over aan een erkend installateur.
Wil je geen elektriciteitskabels en -leidingen leggen, dan kan je kiezen voor tuinverlichting die werkt op zonne-energie.
Foto: Marissa Rodriguez – Unsplash.com
Tuinverlichting aansluiten op netspanning
Voor je aan de klus begint is het zeer belangrijk om de elektriciteit af te sluiten. Zo voorkom je kortsluiting en elektrocutie. Bereken hoeveel meter kabel je nodig hebt en plaats de XVB kabel in een rode beschermbuis of een EXVB-kabel met een extra stevig omhulsel 60 cm onder de grond. Loopt de kabel onder een oprit of wandelpad? Dan plaats je die best 80 cm onder de grond.
Plaats je buitenverlichting steeds op afzonderlijk circuit met een verliesstroomschakelaar of een extra hooggevoelige differentieelschakelaar van 30 mA.
Vind meer tuin- en wooninspiratie in onze blogposts
Wil je meer tips en tricks voor je huis en tuin ontvangen? Schrijf je dan nu in op de nieuwsbrief van Bis, bouw- en interieursalon en ontvang iedere maand een nieuwsbrief vol inspiratie en tips uit de (ver)bouw- en interieursector.